dinsdag 30 maart 2010
Onderzoek Hulpmiddelen voor visueel gehandicapten
Geschiedenis blindengeleide honden
Al in de eerste eeuw na Christus waren er honden die mensen leiden, zo blijkt uit Romeinse muurschilderingen. De moderne geleidehond stamt uit de periode na de Eerste Wereldoorlog. Duizenden soldaten verloren hun gezichtsvermogen door gifgas. In 1923 werd voor hen de eerste, erkende geleidehondenschool opgericht in Potsdam, Duitsland.
Het werk van de school trok de aandacht van de rijke hondentrainster Dorothy Eustis. Zij bezocht de geleidehondenschool en publiceerde er een artikel over in een Amerikaanse krant. De blinde Morris Frank hoorde van het artikel en kocht de krant. Over de vijf dollarcent die Morris Frank uitgaf aan die krant, zei hij later: “Ik kocht een artikel dat meer dan een miljoen waard was. Het veranderde mijn leven.”
In 1927 stichtte Dorothy Eustis een geleidehondenschool in Zwitserland. Morris Frank schreef haar en reisde vervolgens naar Zwitserland. Hij kwam terug met de herder Buddy en was de eerste geleidehondgebruiker in Amerika.
Op 19 maart 1934 opende H.K.H. prinses Juliana het Nederlandsch Geleidehonden Fonds. Het jaar daarop leverde trainer Ph. van der Most de eerste Nederlandse geleidehond af.
In 1953 ontving het Nederlandsch Geleidehonden Fonds na een werkbezoek van Koningin Juliana het predicaat Koninklijk. NGF werd KNGF.
Een geleidehond biedt zijn blinde baas zelfstandigheid, een poort naar de buitenwereld en kameraadschap. De hond is onmisbaar in het leven van veel blinde en zeer slechtziende mensen.
Doel van de stichting is het bevorderen van de mobiliteit en zelfstandigheid van visueel gehandicapten middels geleidehonden.
De honden leren hun baas veilig door het verkeer en langs obstakels te leiden. Geen ander mobiliteitsmiddel biedt visueel gehandicapten zoveel onafhankelijkheid en vrijheid. Dankzij de geleidehond kunnen ook zij deelnemen aan het maatschappelijke leven.
http://www.geleidehond.nl/over_ons/organisatie/ons_werk

Braille
Braille is een speciaal voor blinden ontwikkeld lees- en schrijfalfabet. De Fransman Louis Braille (1809-1852), die zelf op 3-jarige leeftijd blind was geworden, ontwikkelde en perfectioneerde dit schrift, tot het in 1829 als bruikbare methode gebruikt kon worden op het Parijse blindeninstituut waar hij verbleef. Pas in 1854 werd het echter officieel als alfabet geaccepteerd.
Waarschijnlijk had Braille het idee voor een reliëfalfabet van een Franse militaire uitvinding uit 1819. De artillerieofficier Charles Barbier ontwikkelde het 'nachtschrijven', een systeem van twaalf puntjes waarmee ook 's nachts boodschappen konden worden doorgegeven.
Braille is een zogenaamd reliëfalfabet; de letters en andere aanduidingen worden door middel van puntjes in het papier gedrukt, zodat er een kleine verhoging voelbaar is, die met de vingertoppen 'gelezen' kunnen worden. De puntjes zijn gegroepeerd op rasters van 2 bij 3 puntjes (een vereenvoudiging van de twaalf puntjes van het nachtschrijven), waarbij in totaal 63 tekens mogelijk zijn. Zijn bij de punten- en streepjescode van het 'morse' de meest gebruikte letters het eenvoudigst gehouden, bij braille neemt de gecompliceerdheid van de combinaties toe met de plaats van de letter in het alfabet.
De braillepuntjes zijn genummerd: van linksboven naar linksonder 1, 2 en 3; van rechtsboven naar rechtsonder 4, 5 en 6. De puntjes 1, 2, 4 en 5 worden gebruikt voor de letters a t/m j (groep 1). Punt 3 komt erbij voor de letters k t/m t (groep 2) en voor de resterende letters wordt punt 6 erbij gebruikt, behalve voor de letter 'w', die Braille als een tweeklank beschouwde en die hij daarom indeelde bij de bijzondere combinaties: tweeklanken (zoals de 'ui'), lettercombinaties, letters met accenten, en leestekens, waaronder ook cursieven, hoofdletteraanduiding, cijfers, een herstelteken, dollarteken, enz. Alle combinaties zijn ingedeeld in 7 groepen. Cijfers worden overigens aangeduid door het cijferteken (de puntjes 3, 4, 5 en 6) voor de letters a t/m j te zetten. Een hoofdletter wordt voorafgegaan door een speciaal hoofdletterteken. Afkortingen zoals 'NAVO' kunnen door gebruik van een kapitaalvast teken worden aangeduid met 5 tekens.
Het schrijven in Braille gebeurt van rechts naar links, zodat bij omkering van het papier de bobbeltjes van links naar rechts gelezen kunnen worden. Een geoefende braillelezer kan vrijwel even snel lezen als een ziende. Brailleboeken nemen wel 5 keer zoveel volume in als gewone boeken.
Ook bestaat er het Kortschrift in graden, een soort steno voor braille, en braillemethoden voor muziek en wiskunde. Speciaal voor tekstverwerking op de computer is een nieuwe braillemethode ontwikkeld met 8 puntjes, zodat er enkelvoudige combinaties voor stijlaanduidingen, cijfers en hoofdletters beschikbaar kwamen. Hierdoor neemt het brailleschift niet meer plaats in dan het gewone schrift.
Er bestaan braille-schrijfmachines (met 7 toetsen, 1 voor elk puntje en een spatietoets), braille-printers, en brailleleesregels (waarmee blinden tekst kunnen lezen die anders op het computerscherm verschijnt).
Trivia
Het tegengestelde van braille - een gedrukte of geschreven tekst die voor ziende mensen leesbaar is - heet zwartschrift of zwartdruk in het jargon van blinden.
www.wikipedia.org

Vleermuistechniek
Artikel- Tongklikkend ziet blinde Batman bomen staan Van onze medewerker John Ekkelboom op 15 april '08, 14:55, bijgewerkt 15 april '08, 14:56
NIJMEGEN - Hij is blind maar ‘ziet’ toch dankzij geluid. De Amerikaan Daniel Kish, alias ‘Batman’, scant zijn omgeving door te luisteren naar de echo’s van zijn tongklikken. Wereldwijd probeert hij lotgenoten deze techniek bij te brengen.
Om te demonstreren dat het geen fabeltje is, maken we een korte wandeling over het terrein van Sensis, een organisatie voor zorg, onderwijs en diensten aan slechtziende en blinde mensen in Grave. Met zijn taststok loopt de blinde Amerikaan Daniel Kish een eindje over het pad. Dan maakt hij enkele snelle tongklikken en zegt vervolgens dat rechts van het pad een boom staat en niet ver daarvandaan een lantaarnpaal. De richting waarin hij wijst, klopt exact.
Vervolgens tongklikt hij naar links en vertelt dat hij een struik waarneemt en iets verderop een gebouw. ‘De struik klinkt zachter dan het massieve gebouw’, licht hij toe. Uiteindelijk maakt hij nog een aantal korte klikken en houdt zijn hand in de lucht, enkele centimeters hoger dan de bovenkant van de struik. ‘Zo hoog is die ongeveer.’
Kish (42), die in Los Angeles woont en directeur is van World Acces of the Blind, werd zeven maanden na zijn geboorte blind door een zeldzame vorm van oogkanker. Voor zover hij zich kan herinneren, heeft hij zich altijd georiënteerd op basis van geluiden.
Hij luistert niet alleen naar geluiden die zijn omgeving produceert, maar ook naar de echo’s van de tongklikken die hij maakt. Deze echolokalisatie is volgens hem vergelijkbaar met de actieve sonar die vleermuizen toepassen om hun omgeving af te tasten. Niet voor niets heeft hij de bijnaam Batman meegekregen.
Hoewel hij van nature echolokalisatie gebruikt, heeft hij deze techniek in de loop der jaren verbeterd door zich te verdiepen in de wijze waarop vleermuizen dat doen. Het bleek dat zeer korte scherpe tongklikken de beste resultaten geven.
Om dichtbij iets op te sporen, zijn zachte klikjes voldoende. Objecten op grotere afstand of in een rumoerige ruimte neemt hij waar door harder te klikken.
Kish: ‘Maar zo nauwkeurig als een vleermuis zich kan oriënteren, zal een mens nooit lukken. Die dieren maken gebruik van ultrasoon geluid, waardoor ze kleine details kunnen waarnemen. Ze vangen gemakkelijk een insect in de volle vlucht. Mensen kunnen die hoge geluiden niet horen. Boven de 20.000 Hz houdt het op. Daarom moeten we genoegen nemen met minder details.’
Dat hij zich desondanks uitstekend kan redden, blijkt uit de activiteiten die hij doet. Zo maakt hij bergwandelingen en fietst hij per mountainbike door de natuur. Een ziend persoon als begeleider is wel gewenst. Afgronden of stenen op de weg kan hij onvoldoende detecteren.
Iedereen kan de techniek leren, weet Kish. Het gaat zelfs opmerkelijk makkelijk. Voorwaarde is dat iemand intensief traint en voortdurend objecten probeert te herkennen. Hij denkt dat we evenals vleermuizen een specifiek gebied in de hersenen hebben, dat die echo’s verwerkt.
Samen met wetenschappers wil hij via het meten van hersenactiviteiten dat gebied in kaart brengen. Ook heeft hij contacten met universiteiten om de trainingsmethode te verbeteren, zodat mensen de techniek sneller beheersen.
Al vele jaren promoot Kish echolokalisatie voor blinden en traint hij wereldwijd lotgenoten en hun begeleiders. Deze week was hij voor de tweede keer bij Sensis in Grave. Zelfstandigheidbegeleidster van deze organisatie Margo Vijverberg dacht aanvankelijk dat het om een wonder ging, maar heeft ervaren dat het in feite gewoon een vaardigheid is.
Kish: ‘Het is een zeer waardevolle aanvulling. De wereld voor de blinden wordt met echolokalisatie groter dan het bereik van hun tast. Daardoor krijgen ze een veel beter ruimtelijk beeld van hun omgeving en kunnen zij zich daarin makkelijker en sneller verplaatsen.’
Een van de blinden bij Sensis die de trainingen van Kish zowel twee jaar geleden als deze week heeft gevolgd, is Wim Pierik (44). Hij is tijdens zijn vierde jaar blind geworden door een hersentumor. In de jaren tachtig had hij een geleidehond, maar na enige tijd wilde hij daarvan niet meer afhankelijk zijn. Hij besloot alleen nog gebruik te maken van zijn taststok.
Pierik vermoedt dat hij toen al onbewust de echo’s van de stoktikken gebruikte om zich een weg te banen door de wereld. Van Kish heeft hij de techniek van het tongklikken geleerd. In het begin vond hij dat wel vermoeiend maar inmiddels is het routine voor hem.
Pierik: ‘Ik heb er veel profijt van, vooral in een onbekende omgeving. En ‘zag’ ik in het begin alleen vage objecten, nu merk ik ook of een muur ramen heeft en bijvoorbeeld een hekje spijlen bevat. Door training leer ik de echo’s beter te interpreteren.’
http://www.volkskrant.nl/wetenschap/article527285.ece/Tongklikkend_ziet_blinde_Batman_bomen_staan
Geleidenstok
Ook de geleidenstok biedt veel mogelijkheden voor blinden. Er zijn twee soorten witte stokken: de lange taststok, waarmee de grond makkelijk kan worden bereikt, en de veel kortere herkenningsstok. Al deze soorten witte stokken hebben één of meer rode bandjes. Aan de witte kleur en die rode bandjes ontlenen de stokken hun officiële status. Om de stok ook goed in het donker te kunnen zien, is de witte kleur meestal reflecterend.
Met de taststok tikt de blinde of zeer slechtziende op de grond om, luisterend naar het geluid dat dit maakt, zijn weg veilig te kunnen vinden. Wie zich op die manier voortbeweegt, noemen we ook wel een stokloper. Goed stoklopen kan men leren bij speciale instellingen voor blinden en slechtzienden.
Met de taststok worden ook obstakels of gevaarlijke plaatsen ontdekt, zoals de rand van het trottoir, paaltjes, her en der geplaatste fietsen en uitstallingen van winkeliers. Is er een zogenaamde geleidelijn op de straat aangebracht, dan voelt de blinde dat aan het ribbelpatroon en kan hij daarlangs zijn weg vervolgen.
De herkenningsstok wordt alleen maar gebruikt om te laten zien, dat men slechtziend is, maar de gebruiker steekt hem ook wel eens naar voren. Dat gebeurt bijvoorbeeld om te ontdekken of er een glazen deur is en of die open of gesloten is.
Wie met een taststok zijn weg moet zoeken, maakt gebruik van gidslijnen. Er bestaan 'natuurlijke' gidslijnen, zoals een grasrand, een heg, een gevel en een trottoirband. Als het om een aangelegde lijn gaat dan spreken we van een geleidelijn, die is immers speciaal ten behoeve van de blinden en zeer slechtzienden aangelegd. Die geleidelijnen bestaan vaak uit ribbeltegels van beton. De kleur kan verschillen; vaak is de tegel wit, maar soms ook geel.
http://www.nvbsnoordhollandnoord.nl/mobiliteit/mobiliteit1.php
Tegenwoordig zijn door de snel groeiende technologieen zijn er nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de geleidenstok. Dat is het I Cane Systeem.

I Cane Systeem
Momenteel bestaan er al diverse technologische hulpmiddelen voor obstakeldetectie en navigatie voor visueel gehandicapte personen. Deze hulpmiddelen zijn echter niet op elkaar afgestemd, werken niet samen en doen een groot beroep op de perceptuele en cognitieve vaardigheden van de gebruiker. Met instandhouding van de voordelen van de klassieke geleidestok (herkenbaarheid, doorgeven van fysieke signalen) is er duidelijk behoefte aan een geïntegreerde oplossing welke de mogelijkheden van de moderne technologieën toevoegt aan deze geleidestok.
Het I-Cane systeem zal uitgerust zijn met verschillende modules elk bestaande uit meerdere functies waaruit een keuze gemaakt kan worden door middel van Plug and Play mogelijkheden. Het modulair kunnen kiezen van functies naar eigen behoeften betekent op het terrein van ondersteunde mobiliteit een enorme sprong voorwaarts voor de gebruiker. Integratie en configureerbaarheid zijn de sleutelbegrippen.
Het concept is zodoende gebaseerd op modulaire en geintegreerde opbouw voor de volgende bijbehorende functies:
1. Obstakel Detectie: Om botsingen met obstakels in de looproute te voorkomen;
2. Navigatie: Om de weg te vinden via een vooraf bepaalde route;
3. Intergratie van communicatie vanuit externe bronnen zoals bijv. dienstregelingwijziging en lokale informatie.
4. Informatievoorziening door middel van de voelpijl in het handvat (Tactile Arrow)
5. Centrale intelligentie om te waken over de veiligheid
6. I-Cane gebruikers zullen straks niet alleen zijn in het gebruik. Parallel met de met de ontwikkeling van het primaire systeem zal ook een
website worden gebouwd waarin een community van gebruikers onderling informatie kan uitwisselen, waarin de laatste nieuwsfeiten voor
gebruikers te vinden zijn, waarbij toegang naar de helpdesk mogelijk is en zo meer.

Invloed op de maatschappij:
Verschillende hulpmiddelen die er altijd al waren voor visueel gehandicapte mensen hebben altijd geprobeerd om ervoor te zorgen dat blinden meer onafhankelijkheid krijgen. Zodra een persoon visueel gehandicapt is zorgt dat meteen voor een beperking in zijn of haar onafhankelijkheid omdat je door minder zicht minder dingen zelf kunt doen. Hulpmiddelen zoals de geleidestok of de geleidehond helpen een blind persoon veilig door het verkeer zonder dat een ander persoon hen daarbij moet helpen.
Ons concept gaat daarop verder, bij ons worden de hond en de stok overbodig. Onze Independent Vision zorgt ervoor dat de blinde persoon alles wat hij of zij op de weg tegenkomt zal zien door middel van geluid. De twee camera’s boven het oog leggen alles vast en het nodige wordt omgezet in geluid dat naar het oor van de visueel gehandicapte wordt geleid. Op die manier kan een blind persoon dezelfde dingen doen als iemand met prima zicht.
Dit heeft een belangrijke invloed op de maatschappij omdat op deze manier visueel gehandicapten nog onafhakelijker kunnen zijn. Misschien zouden ze wel bepaalde beroepen kunnen gaan uitoefenen die ze voorheen niet konden doen.
Al in de eerste eeuw na Christus waren er honden die mensen leiden, zo blijkt uit Romeinse muurschilderingen. De moderne geleidehond stamt uit de periode na de Eerste Wereldoorlog. Duizenden soldaten verloren hun gezichtsvermogen door gifgas. In 1923 werd voor hen de eerste, erkende geleidehondenschool opgericht in Potsdam, Duitsland.
Het werk van de school trok de aandacht van de rijke hondentrainster Dorothy Eustis. Zij bezocht de geleidehondenschool en publiceerde er een artikel over in een Amerikaanse krant. De blinde Morris Frank hoorde van het artikel en kocht de krant. Over de vijf dollarcent die Morris Frank uitgaf aan die krant, zei hij later: “Ik kocht een artikel dat meer dan een miljoen waard was. Het veranderde mijn leven.”
In 1927 stichtte Dorothy Eustis een geleidehondenschool in Zwitserland. Morris Frank schreef haar en reisde vervolgens naar Zwitserland. Hij kwam terug met de herder Buddy en was de eerste geleidehondgebruiker in Amerika.
Op 19 maart 1934 opende H.K.H. prinses Juliana het Nederlandsch Geleidehonden Fonds. Het jaar daarop leverde trainer Ph. van der Most de eerste Nederlandse geleidehond af.
In 1953 ontving het Nederlandsch Geleidehonden Fonds na een werkbezoek van Koningin Juliana het predicaat Koninklijk. NGF werd KNGF.
Een geleidehond biedt zijn blinde baas zelfstandigheid, een poort naar de buitenwereld en kameraadschap. De hond is onmisbaar in het leven van veel blinde en zeer slechtziende mensen.
Doel van de stichting is het bevorderen van de mobiliteit en zelfstandigheid van visueel gehandicapten middels geleidehonden.
De honden leren hun baas veilig door het verkeer en langs obstakels te leiden. Geen ander mobiliteitsmiddel biedt visueel gehandicapten zoveel onafhankelijkheid en vrijheid. Dankzij de geleidehond kunnen ook zij deelnemen aan het maatschappelijke leven.
http://www.geleidehond.nl/over_ons/organisatie/ons_werk
Braille
Braille is een speciaal voor blinden ontwikkeld lees- en schrijfalfabet. De Fransman Louis Braille (1809-1852), die zelf op 3-jarige leeftijd blind was geworden, ontwikkelde en perfectioneerde dit schrift, tot het in 1829 als bruikbare methode gebruikt kon worden op het Parijse blindeninstituut waar hij verbleef. Pas in 1854 werd het echter officieel als alfabet geaccepteerd.
Waarschijnlijk had Braille het idee voor een reliëfalfabet van een Franse militaire uitvinding uit 1819. De artillerieofficier Charles Barbier ontwikkelde het 'nachtschrijven', een systeem van twaalf puntjes waarmee ook 's nachts boodschappen konden worden doorgegeven.
Braille is een zogenaamd reliëfalfabet; de letters en andere aanduidingen worden door middel van puntjes in het papier gedrukt, zodat er een kleine verhoging voelbaar is, die met de vingertoppen 'gelezen' kunnen worden. De puntjes zijn gegroepeerd op rasters van 2 bij 3 puntjes (een vereenvoudiging van de twaalf puntjes van het nachtschrijven), waarbij in totaal 63 tekens mogelijk zijn. Zijn bij de punten- en streepjescode van het 'morse' de meest gebruikte letters het eenvoudigst gehouden, bij braille neemt de gecompliceerdheid van de combinaties toe met de plaats van de letter in het alfabet.
De braillepuntjes zijn genummerd: van linksboven naar linksonder 1, 2 en 3; van rechtsboven naar rechtsonder 4, 5 en 6. De puntjes 1, 2, 4 en 5 worden gebruikt voor de letters a t/m j (groep 1). Punt 3 komt erbij voor de letters k t/m t (groep 2) en voor de resterende letters wordt punt 6 erbij gebruikt, behalve voor de letter 'w', die Braille als een tweeklank beschouwde en die hij daarom indeelde bij de bijzondere combinaties: tweeklanken (zoals de 'ui'), lettercombinaties, letters met accenten, en leestekens, waaronder ook cursieven, hoofdletteraanduiding, cijfers, een herstelteken, dollarteken, enz. Alle combinaties zijn ingedeeld in 7 groepen. Cijfers worden overigens aangeduid door het cijferteken (de puntjes 3, 4, 5 en 6) voor de letters a t/m j te zetten. Een hoofdletter wordt voorafgegaan door een speciaal hoofdletterteken. Afkortingen zoals 'NAVO' kunnen door gebruik van een kapitaalvast teken worden aangeduid met 5 tekens.
Het schrijven in Braille gebeurt van rechts naar links, zodat bij omkering van het papier de bobbeltjes van links naar rechts gelezen kunnen worden. Een geoefende braillelezer kan vrijwel even snel lezen als een ziende. Brailleboeken nemen wel 5 keer zoveel volume in als gewone boeken.
Ook bestaat er het Kortschrift in graden, een soort steno voor braille, en braillemethoden voor muziek en wiskunde. Speciaal voor tekstverwerking op de computer is een nieuwe braillemethode ontwikkeld met 8 puntjes, zodat er enkelvoudige combinaties voor stijlaanduidingen, cijfers en hoofdletters beschikbaar kwamen. Hierdoor neemt het brailleschift niet meer plaats in dan het gewone schrift.
Er bestaan braille-schrijfmachines (met 7 toetsen, 1 voor elk puntje en een spatietoets), braille-printers, en brailleleesregels (waarmee blinden tekst kunnen lezen die anders op het computerscherm verschijnt).
Trivia
Het tegengestelde van braille - een gedrukte of geschreven tekst die voor ziende mensen leesbaar is - heet zwartschrift of zwartdruk in het jargon van blinden.
www.wikipedia.org

Vleermuistechniek
Artikel- Tongklikkend ziet blinde Batman bomen staan Van onze medewerker John Ekkelboom op 15 april '08, 14:55, bijgewerkt 15 april '08, 14:56
NIJMEGEN - Hij is blind maar ‘ziet’ toch dankzij geluid. De Amerikaan Daniel Kish, alias ‘Batman’, scant zijn omgeving door te luisteren naar de echo’s van zijn tongklikken. Wereldwijd probeert hij lotgenoten deze techniek bij te brengen.
Om te demonstreren dat het geen fabeltje is, maken we een korte wandeling over het terrein van Sensis, een organisatie voor zorg, onderwijs en diensten aan slechtziende en blinde mensen in Grave. Met zijn taststok loopt de blinde Amerikaan Daniel Kish een eindje over het pad. Dan maakt hij enkele snelle tongklikken en zegt vervolgens dat rechts van het pad een boom staat en niet ver daarvandaan een lantaarnpaal. De richting waarin hij wijst, klopt exact.
Vervolgens tongklikt hij naar links en vertelt dat hij een struik waarneemt en iets verderop een gebouw. ‘De struik klinkt zachter dan het massieve gebouw’, licht hij toe. Uiteindelijk maakt hij nog een aantal korte klikken en houdt zijn hand in de lucht, enkele centimeters hoger dan de bovenkant van de struik. ‘Zo hoog is die ongeveer.’
Kish (42), die in Los Angeles woont en directeur is van World Acces of the Blind, werd zeven maanden na zijn geboorte blind door een zeldzame vorm van oogkanker. Voor zover hij zich kan herinneren, heeft hij zich altijd georiënteerd op basis van geluiden.
Hij luistert niet alleen naar geluiden die zijn omgeving produceert, maar ook naar de echo’s van de tongklikken die hij maakt. Deze echolokalisatie is volgens hem vergelijkbaar met de actieve sonar die vleermuizen toepassen om hun omgeving af te tasten. Niet voor niets heeft hij de bijnaam Batman meegekregen.
Hoewel hij van nature echolokalisatie gebruikt, heeft hij deze techniek in de loop der jaren verbeterd door zich te verdiepen in de wijze waarop vleermuizen dat doen. Het bleek dat zeer korte scherpe tongklikken de beste resultaten geven.
Om dichtbij iets op te sporen, zijn zachte klikjes voldoende. Objecten op grotere afstand of in een rumoerige ruimte neemt hij waar door harder te klikken.
Kish: ‘Maar zo nauwkeurig als een vleermuis zich kan oriënteren, zal een mens nooit lukken. Die dieren maken gebruik van ultrasoon geluid, waardoor ze kleine details kunnen waarnemen. Ze vangen gemakkelijk een insect in de volle vlucht. Mensen kunnen die hoge geluiden niet horen. Boven de 20.000 Hz houdt het op. Daarom moeten we genoegen nemen met minder details.’
Dat hij zich desondanks uitstekend kan redden, blijkt uit de activiteiten die hij doet. Zo maakt hij bergwandelingen en fietst hij per mountainbike door de natuur. Een ziend persoon als begeleider is wel gewenst. Afgronden of stenen op de weg kan hij onvoldoende detecteren.
Iedereen kan de techniek leren, weet Kish. Het gaat zelfs opmerkelijk makkelijk. Voorwaarde is dat iemand intensief traint en voortdurend objecten probeert te herkennen. Hij denkt dat we evenals vleermuizen een specifiek gebied in de hersenen hebben, dat die echo’s verwerkt.
Samen met wetenschappers wil hij via het meten van hersenactiviteiten dat gebied in kaart brengen. Ook heeft hij contacten met universiteiten om de trainingsmethode te verbeteren, zodat mensen de techniek sneller beheersen.
Al vele jaren promoot Kish echolokalisatie voor blinden en traint hij wereldwijd lotgenoten en hun begeleiders. Deze week was hij voor de tweede keer bij Sensis in Grave. Zelfstandigheidbegeleidster van deze organisatie Margo Vijverberg dacht aanvankelijk dat het om een wonder ging, maar heeft ervaren dat het in feite gewoon een vaardigheid is.
Kish: ‘Het is een zeer waardevolle aanvulling. De wereld voor de blinden wordt met echolokalisatie groter dan het bereik van hun tast. Daardoor krijgen ze een veel beter ruimtelijk beeld van hun omgeving en kunnen zij zich daarin makkelijker en sneller verplaatsen.’
Een van de blinden bij Sensis die de trainingen van Kish zowel twee jaar geleden als deze week heeft gevolgd, is Wim Pierik (44). Hij is tijdens zijn vierde jaar blind geworden door een hersentumor. In de jaren tachtig had hij een geleidehond, maar na enige tijd wilde hij daarvan niet meer afhankelijk zijn. Hij besloot alleen nog gebruik te maken van zijn taststok.
Pierik vermoedt dat hij toen al onbewust de echo’s van de stoktikken gebruikte om zich een weg te banen door de wereld. Van Kish heeft hij de techniek van het tongklikken geleerd. In het begin vond hij dat wel vermoeiend maar inmiddels is het routine voor hem.
Pierik: ‘Ik heb er veel profijt van, vooral in een onbekende omgeving. En ‘zag’ ik in het begin alleen vage objecten, nu merk ik ook of een muur ramen heeft en bijvoorbeeld een hekje spijlen bevat. Door training leer ik de echo’s beter te interpreteren.’
http://www.volkskrant.nl/wetenschap/article527285.ece/Tongklikkend_ziet_blinde_Batman_bomen_staan
Geleidenstok
Ook de geleidenstok biedt veel mogelijkheden voor blinden. Er zijn twee soorten witte stokken: de lange taststok, waarmee de grond makkelijk kan worden bereikt, en de veel kortere herkenningsstok. Al deze soorten witte stokken hebben één of meer rode bandjes. Aan de witte kleur en die rode bandjes ontlenen de stokken hun officiële status. Om de stok ook goed in het donker te kunnen zien, is de witte kleur meestal reflecterend.
Met de taststok tikt de blinde of zeer slechtziende op de grond om, luisterend naar het geluid dat dit maakt, zijn weg veilig te kunnen vinden. Wie zich op die manier voortbeweegt, noemen we ook wel een stokloper. Goed stoklopen kan men leren bij speciale instellingen voor blinden en slechtzienden.
Met de taststok worden ook obstakels of gevaarlijke plaatsen ontdekt, zoals de rand van het trottoir, paaltjes, her en der geplaatste fietsen en uitstallingen van winkeliers. Is er een zogenaamde geleidelijn op de straat aangebracht, dan voelt de blinde dat aan het ribbelpatroon en kan hij daarlangs zijn weg vervolgen.
De herkenningsstok wordt alleen maar gebruikt om te laten zien, dat men slechtziend is, maar de gebruiker steekt hem ook wel eens naar voren. Dat gebeurt bijvoorbeeld om te ontdekken of er een glazen deur is en of die open of gesloten is.
Wie met een taststok zijn weg moet zoeken, maakt gebruik van gidslijnen. Er bestaan 'natuurlijke' gidslijnen, zoals een grasrand, een heg, een gevel en een trottoirband. Als het om een aangelegde lijn gaat dan spreken we van een geleidelijn, die is immers speciaal ten behoeve van de blinden en zeer slechtzienden aangelegd. Die geleidelijnen bestaan vaak uit ribbeltegels van beton. De kleur kan verschillen; vaak is de tegel wit, maar soms ook geel.
http://www.nvbsnoordhollandnoord.nl/mobiliteit/mobiliteit1.php
Tegenwoordig zijn door de snel groeiende technologieen zijn er nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de geleidenstok. Dat is het I Cane Systeem.

I Cane Systeem
Momenteel bestaan er al diverse technologische hulpmiddelen voor obstakeldetectie en navigatie voor visueel gehandicapte personen. Deze hulpmiddelen zijn echter niet op elkaar afgestemd, werken niet samen en doen een groot beroep op de perceptuele en cognitieve vaardigheden van de gebruiker. Met instandhouding van de voordelen van de klassieke geleidestok (herkenbaarheid, doorgeven van fysieke signalen) is er duidelijk behoefte aan een geïntegreerde oplossing welke de mogelijkheden van de moderne technologieën toevoegt aan deze geleidestok.
Het I-Cane systeem zal uitgerust zijn met verschillende modules elk bestaande uit meerdere functies waaruit een keuze gemaakt kan worden door middel van Plug and Play mogelijkheden. Het modulair kunnen kiezen van functies naar eigen behoeften betekent op het terrein van ondersteunde mobiliteit een enorme sprong voorwaarts voor de gebruiker. Integratie en configureerbaarheid zijn de sleutelbegrippen.
Het concept is zodoende gebaseerd op modulaire en geintegreerde opbouw voor de volgende bijbehorende functies:
1. Obstakel Detectie: Om botsingen met obstakels in de looproute te voorkomen;
2. Navigatie: Om de weg te vinden via een vooraf bepaalde route;
3. Intergratie van communicatie vanuit externe bronnen zoals bijv. dienstregelingwijziging en lokale informatie.
4. Informatievoorziening door middel van de voelpijl in het handvat (Tactile Arrow)
5. Centrale intelligentie om te waken over de veiligheid
6. I-Cane gebruikers zullen straks niet alleen zijn in het gebruik. Parallel met de met de ontwikkeling van het primaire systeem zal ook een
website worden gebouwd waarin een community van gebruikers onderling informatie kan uitwisselen, waarin de laatste nieuwsfeiten voor
gebruikers te vinden zijn, waarbij toegang naar de helpdesk mogelijk is en zo meer.

Invloed op de maatschappij:
Verschillende hulpmiddelen die er altijd al waren voor visueel gehandicapte mensen hebben altijd geprobeerd om ervoor te zorgen dat blinden meer onafhankelijkheid krijgen. Zodra een persoon visueel gehandicapt is zorgt dat meteen voor een beperking in zijn of haar onafhankelijkheid omdat je door minder zicht minder dingen zelf kunt doen. Hulpmiddelen zoals de geleidestok of de geleidehond helpen een blind persoon veilig door het verkeer zonder dat een ander persoon hen daarbij moet helpen.
Ons concept gaat daarop verder, bij ons worden de hond en de stok overbodig. Onze Independent Vision zorgt ervoor dat de blinde persoon alles wat hij of zij op de weg tegenkomt zal zien door middel van geluid. De twee camera’s boven het oog leggen alles vast en het nodige wordt omgezet in geluid dat naar het oor van de visueel gehandicapte wordt geleid. Op die manier kan een blind persoon dezelfde dingen doen als iemand met prima zicht.
Dit heeft een belangrijke invloed op de maatschappij omdat op deze manier visueel gehandicapten nog onafhakelijker kunnen zijn. Misschien zouden ze wel bepaalde beroepen kunnen gaan uitoefenen die ze voorheen niet konden doen.
zaterdag 27 maart 2010
Technische les
Woensdag 17 maart hebben wij een technische Crosslab les gehad waarbij wij zelf bezig zijn geweest om een wearable te maken. Het was daarbij de bedoeling om drie lampjes aan een kledingstuk toe te voegen. Ik en mijn teamgenoot Chantal gingen enthousiast aan het werk. We hadden erg moeite met het begrijpen van de voorbeeldplaatjes en de uitleg. maar uiteindelijk hebben we toch een goed begin gemaakt. Helaas was er te kort tijd om het af te krijgen, maar als we iets meer tijd hadden gehad was het ons zeker gelukt.
maandag 15 maart 2010
Concept Wearable: Independent Vision
Concept Chantal Berkel & Niki de Bruijn
Aan ons de opdracht om een wearable te ontwerpen die het positieve toekomstscenario of juist het doemscenario voor de toekomst creeert
Wij hebben gekozen voor het positieve toekomstscenario te kiezen en om daarbij iets te gaan ontwerpen dat het leven van de visueel gehandicapten kan vergemakkelijken.
Het concept is een soort derde oog te creeeren wat voor een blind persoon eigenlijk het enige oog wordt. We willen niet iets gaan ontwerpen dat er voor zorgt dat de zintuigen die een blind persoon vaak sterker heeft te gaan verzwakken maar meer iets wat helpt bij vervelende situaties.
Het is de bedoeling dat er een cameraatje of een sensor op het voorhoofd van de blinde persoon zit die in verbinding staat met het gehoororgaan. Dit 'derde' oog zorgt er zo voor dat de dingen die er te zien zijn met verbale communicatie bij de persoon aankomen.
Deze applicatie heeft meerdere instellingen zo kan de persoon bijvoorbeeld een plaats invoeren en kan het derde oog dienen als een soort TomTom apparaat. Dit is er vooral omdat iemand die blind is misschien wel zijn of haar weg kan vinden in de plaats waar diegene woont maar niet in een onbekende stad. Zo voelt de persoon zich minder onzeker en onafhanklijk van andere. Hiervoor is een computersysteem verbonden met het aparaat zodat de persoon hier makkelijk kan aangeven hoe en waar hij naarto wilt. Ook met gewoon lopen kan deze de blindegeleidenhond vervangen en kan de persoon zelfstandig over straat. Het apperaat zal aangeven waar je heen moet en zal je om obstakels heen leiden.
Aan ons de opdracht om een wearable te ontwerpen die het positieve toekomstscenario of juist het doemscenario voor de toekomst creeert
Wij hebben gekozen voor het positieve toekomstscenario te kiezen en om daarbij iets te gaan ontwerpen dat het leven van de visueel gehandicapten kan vergemakkelijken.
Het concept is een soort derde oog te creeeren wat voor een blind persoon eigenlijk het enige oog wordt. We willen niet iets gaan ontwerpen dat er voor zorgt dat de zintuigen die een blind persoon vaak sterker heeft te gaan verzwakken maar meer iets wat helpt bij vervelende situaties.
Het is de bedoeling dat er een cameraatje of een sensor op het voorhoofd van de blinde persoon zit die in verbinding staat met het gehoororgaan. Dit 'derde' oog zorgt er zo voor dat de dingen die er te zien zijn met verbale communicatie bij de persoon aankomen.
Deze applicatie heeft meerdere instellingen zo kan de persoon bijvoorbeeld een plaats invoeren en kan het derde oog dienen als een soort TomTom apparaat. Dit is er vooral omdat iemand die blind is misschien wel zijn of haar weg kan vinden in de plaats waar diegene woont maar niet in een onbekende stad. Zo voelt de persoon zich minder onzeker en onafhanklijk van andere. Hiervoor is een computersysteem verbonden met het aparaat zodat de persoon hier makkelijk kan aangeven hoe en waar hij naarto wilt. Ook met gewoon lopen kan deze de blindegeleidenhond vervangen en kan de persoon zelfstandig over straat. Het apperaat zal aangeven waar je heen moet en zal je om obstakels heen leiden.
Alle functies zijn in te stellen en het oortje kan ook worden uitgedaan wanneer de persoon gewoon thuis is en in een comforabele ruimte zodat de stem niet tegen je zal praten.
Zo zal de persoon niet zijn scherpe zintuigen verliezen en niet totaal afhankelijk worden van het apperaat zelf.
Multiplex Transnatural
De tentoonstelling Transnatural gaat over de combinatie van Natuur en Technologie. Bij deze tentoonstelling worden verschillende ontwerpen getoond die gaan over een confrontatie met het beste en interessantste dat de fusie tussen natuur en technologie tot nu toe heeft opgeleverd.
Eigenlijk stonden de componenten technologie en natuur altijd loodrecht tegenover elkaar. Technologie werd gecreeerd door de mens, terwijl de natuur altijd zonder heeft bestaan. Maar tegenwoordig kan de mens zich niet meer buitensluiten voor de natuur en is een fusie tussen de twee componenten bijna onmogelijk. En daarom gaat het bij Transnatural over de nieuwe rol van technologie die bij deze tentoonstelling eigenlijk samen gaat werken met de natuur.
De grote vraag hierbij is eigenlijk of dit nou te maken heeft met een evolutionaire vooruitgang of dat het vooral gaat over een reflectie van de mens op de natuur. En dat is iets om over na te denken als je de ontwerpen bij transnatural gaat bekijken.
Transnatural is een interessante maar ook interactieve tentoonstelling. Als bezoeker is het ook de bedoeling dat je met de kunstwerken speelt en zo achter de bedoeling ervan komt.
Een interessant voorbeeld van een van de interactieve ontwerpen bij deze tentoonstelling is de MudTub van Thomas Gerhardt. De MudTub is een experimentele organische interface waarmee je een computer kan aansturen. Het is een grote bak met modder waar met licht twee handen zijn aangegeven waar je je eigen handen kunt plaatsen. Er is een computerscherm te zien waar je bijvoorbeeld simpele spelletjes kunt doen die je door middel van de modder bestuurd. Door je handen in de modder te plaatsen kun je door middel van druk het spel spelen. Deze technologie is heel genuanceerd en is gedetailleerder dan een muis.
Een ander interessant ontwerp is de Bit.fall van Julius Popp. De stroom van actuele informatie door onze hele maatschappij gaat sneller dan ooit. En bij dit ontwerp wordt dat op een abstracte manier getoond door informatie in een waterval van woorden te laten vallen. De woorden bestaan uit kleine druppels water die samen de informatie aan de kijker vertellen.
Eigenlijk stonden de componenten technologie en natuur altijd loodrecht tegenover elkaar. Technologie werd gecreeerd door de mens, terwijl de natuur altijd zonder heeft bestaan. Maar tegenwoordig kan de mens zich niet meer buitensluiten voor de natuur en is een fusie tussen de twee componenten bijna onmogelijk. En daarom gaat het bij Transnatural over de nieuwe rol van technologie die bij deze tentoonstelling eigenlijk samen gaat werken met de natuur.
De grote vraag hierbij is eigenlijk of dit nou te maken heeft met een evolutionaire vooruitgang of dat het vooral gaat over een reflectie van de mens op de natuur. En dat is iets om over na te denken als je de ontwerpen bij transnatural gaat bekijken.
Transnatural is een interessante maar ook interactieve tentoonstelling. Als bezoeker is het ook de bedoeling dat je met de kunstwerken speelt en zo achter de bedoeling ervan komt.
Een interessant voorbeeld van een van de interactieve ontwerpen bij deze tentoonstelling is de MudTub van Thomas Gerhardt. De MudTub is een experimentele organische interface waarmee je een computer kan aansturen. Het is een grote bak met modder waar met licht twee handen zijn aangegeven waar je je eigen handen kunt plaatsen. Er is een computerscherm te zien waar je bijvoorbeeld simpele spelletjes kunt doen die je door middel van de modder bestuurd. Door je handen in de modder te plaatsen kun je door middel van druk het spel spelen. Deze technologie is heel genuanceerd en is gedetailleerder dan een muis.
Een ander interessant ontwerp is de Bit.fall van Julius Popp. De stroom van actuele informatie door onze hele maatschappij gaat sneller dan ooit. En bij dit ontwerp wordt dat op een abstracte manier getoond door informatie in een waterval van woorden te laten vallen. De woorden bestaan uit kleine druppels water die samen de informatie aan de kijker vertellen.
Abonneren op:
Reacties (Atom)

